Paragrafen

Lokale heffingen

De ontwikkeling van de gemeentelijke lasten is mede gebaseerd op de uitgangspunten zoals opgenomen in het coalitieakkoord 2022-2026 ‘Samen verder bouwen’.
Hierin is aangegeven dat het beleid wordt doorgezet en de gemeentelijke lasten zoveel mogelijk alleen met de inflatiecorrectie worden verhoogd, omdat ook zonder extra lasten de inwoners al genoeg geconfronteerd worden met toenemende kosten van levensonderhoud. Als gevolg van de financiële positie van de gemeente is hier vanaf 2024 van afgeweken in het kader van Ruimte voor Ambities. Voor 2026 is sprake van een extra verhoging van de toeristenbelasting en OZB niet woningen (Ruimte voor Ambities 2).

In deze begroting is het volgende verwerkt.

  • We verhogen de belastingen in ieder geval met het inflatiepercentage en areaal.
  • We verhogen de tarieven van de leges met het inflatiepercentage, waar dat mogelijk is. Tevens wordt gekeken naar de kostentoerekening.
  • We verhogen het lage tarief van de toeristenbelasting met het inflatiepercentage. We verhogen het hoge tarief voor de toeristenbelasting gefaseerd naar het gecorrigeerde landelijke gemiddelde.
  • We verhogen de OZB opbrengst niet-woningen extra met € 300.000 aangezien het tarief onder het rekentarief ligt.
  • Voor de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht en rioolheffingen is het uitgangspunt een kostendekkend tarief, dit betreft een gesloten stelsel.

Voor het inflatiepercentage van de belastingopbrengsten 2026 gaan we conform de voorjaarsnota 2025 uit van een percentage van 2,6%.

De uitvoering en bevoegdheden op het gebied van de gemeentelijke belastingen en de Wet Waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn overgedragen aan Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). Sinds 2022 is door de Waarderingskamer de beoordeling "goed" toegekend voor de uitvoering van de Wet WOZ, zoals door BsGW ook als kwaliteitsnorm was opgenomen. Dit predicaat wordt jaarlijks opnieuw beoordeeld.

Deze pagina is gebouwd op 10/07/2025 16:43:01 met de export van 10/07/2025 16:33:00