Algemeen

Van voorjaarsnota naar begroting

PROGRAMMA "OPENBARE RUIMTE"

Openbare ruimte / Buitenwerk Deze bezuiniging loopt gefaseerd op van € 75.000 in 2027 naar
€ 150.000 vanaf 2028 en verder. De bezuiniging wordt gerealiseerd door enerzijds meer werk onder te brengen bij Buitenwerk en anderzijds doordat Buitenwerk meer werk met eigen mensen gaan uitvoeren, (in plaats van inhuur). Denk daarbij aan het maaien van grotere percelen, het borstelen van wegen en het snoeien van bomen. De aanvankelijke bezuiniging zag toe op het verlagen van de kwaliteit van de openbare ruimte, deze wordt vooralsnog achterwege gelaten.

PROGRAMMA "ECONOMISCHE STRUCTUUR, TOERISME EN RECREATIE"

Toeristenbelasting In de voorjaarsnota is besloten om de toeristenbelasting richting 2029 in een tweetal stappen te verhogen naar het landelijk gewogen gemiddelde. Dit gemiddelde is in 2025 € 4,20. Hierbij dient opgemerkt te worden dat dit tarief sterk beïnvloed wordt door de gemeente Amsterdam. Derhalve heeft het college voorgesteld om dit cijfer hiervoor te corrigeren. Wat leidt tot een gewogen gemiddeld tarief van € 3,42. Uitgaande van een CPI ontwikkeling van 2,6% (2026) zoals geschat door het Centraal Planbureau in de CEP raming van februari jongstleden betekent dit een verwacht tarief van € 3,80 in 2029. In twee stappen gaan we naar dit niveau toegroeien, concreet gaat het dan om de volgende tarieven; voor 2026 en 2027 € 3,00. Voor 2028 en 2029 € 3,80.

PROGRAMMA "SOCIAAL DOMEIN"

Binnen het sociaal domein zijn in de voorjaarsnota richtinggevende bedragen voor besparingen opgenomen van € 250.000 in 2026 oplopend naar € 427.000 vanaf 2027 en verder. Nu de onderliggende maatregelen uitgewerkt zijn, blijkt dat er iets meer tijd nodig is om de maatregelen effectief in te kunnen voeren. Ook zijn een aantal van de beoogde bezuinigingen binnen het minimabeleid niet ingezet. Vanaf 2026 wordt € 250.000 aan besparingen gerealiseerd, in 2027 stijgt dit naar € 400.000 en vanaf 2028 € 427.000.  

De maatregelen binnen het sociaal domein zijn opgebouwd uit een aantal taakgebieden, deze worden hieronder toegelicht.

WMO voorzieningen Een besparing van € 116.000 in 2026 oplopend naar € 148.000 vanaf 2027 is opgenomen. Deze wordt verwezenlijkt doordat het budget van WMO woningaanpassingen bijgesteld wordt met € 10.000, dit budget was te ruim begroot. Daarnaast wordt € 30.000 bespaard op WMO vervoerskosten, als gevolg van een afnemende vraag naar deze voorziening. Ook wordt € 100.000 bespaard binnen het taakveld WMO door meer algemene voorzieningen te realiseren vanuit het OMO beleid. Hierdoor hoeven er minder maatwerkvoorzieningen ingezet te worden.

Jeugdhulp Dit geldt ook binnen het taakveld jeugd. Hier gaat € 100.000 bespaard worden door de inzet van meer algemene- in plaats van maatwerkvoorzieningen.

Personeelslasten sociaal domein
Als gevolg van implementatie van de nieuwe zorgapplicatie Zorgned kan er € 55.000 bespaard worden op personeelskosten van een WMO kwaliteitsmedewerker.

Binnen het minimabeleid en de Participatiewet kan vanaf 2028 € 27.000 worden bespaard door een tweetal voorzieningen te versoberen dan wel anders in te richten. De onderliggende beleidsregels moeten hiervoor worden aangepast. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen:

 € 12.000 afschaffen inrichtingskosten statushouders. In Gennep bestaat de werkinstructie bijzondere bijstand inrichtingskosten. Inwoners kunnen middels een aanvraag bijzondere bijstand tot een bedrag van maximaal € 750 op declaratiebasis vergoed krijgen voor verf, behang en stoffering. Veelal doen inwoners die in het kader van de taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden in Gennep komen wonen (nieuwe statushouders) een beroep op deze regeling. Naast deze regeling kunnen statushouders gebruik maken van een GKB-lening, die ze voor dit doel kunnen gebruiken. Voorliggend zien we dat er vanuit de kernen en wijken gebruikte meubels worden ingezameld, welke ingezet worden voor de inrichting t.b.v. statushouders. Deze regelingen zouden voldoende moeten zijn voor het inrichten van de woning. Door de gemeentelijke regeling af te schaffen, met een gemiddelde van 16 aanvragen per jaar kan een besparing van € 12.000 worden gerealiseerd.
€ 15.000 vooraf toetsen collectieve zorgverzekering. Door het vooraf toetsen van aanvragen voor de collectieve zorgverzekering kan een besparing van circa € 15.000 worden behaald.

Samenkracht en burgerparticipatie Binnen dit taakveld kan vanaf 2027 € 98.000 worden bezuinigd. Dit komt enerzijds doordat in de nieuwe overeenkomst met betrekking tot het uitvoeren van het welzijnswerk een taakstelling van € 45.000 wordt opgenomen. Daarnaast is het voorstel om in de nieuwe subsidieverordening een taakstelling van 10% door te voeren, dit bespaart € 53.000.

PROGRAMMA "GEMEENTEFINANCIËN"

Onroerendezaakbelasting niet woningen In de voorjaarsnota is besloten om het tarief van de onroerendezaakbelasting van niet woningen te verhogen. Ten aanzien van de OZB belasting op niet woningen heft de gemeente Gennep tot op heden een tarief welke ver onder het landelijke en Limburgs gemiddelde ligt. Sec het tarief zegt niet alles omdat ook de WOZ waarde van de panden een rol speelt. Echter wanneer de gemiddelde verschillen dermate groot zijn worden deze niet overbrugd met een eventuele hogere WOZ waarde. Daarnaast is ons huidige tarief van 0,30% (OZB tarief eigenaar niet woning 0,18% + OZB tarief gebruiker niet woning 0,12%) ook fors lager dan het rekentarief van 0,52% dat door de Rijksoverheid gebruikt wordt. Ter informatie, gemeenten worden gekort voor 70% van de totale WOZ waarde van niet woningen maal het tarief van 0,52% door de Rijksoverheid. Dit tarief is voor alle gemeenten gelijk, de korting wordt verrekend met het bedrag dat gemeenten ontvangen via de algemene uitkering. 

Dit betekent voor Gennep dat wij structureel circa € 200.000 minder aan inkomsten uit OZB niet woningen incasseren, dan wat het Rijk ons aan korting oplegt. Deze discrepantie wordt nu hersteld. Het uitgangspunt wordt hierbij gesteld op aansluiten bij het landelijke rekentarief voor het berekenen van de OZB korting op niet woningen. Dit tarief is overigens nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde tarief op OZB niet woningen en lager dan het Limburgs gemiddelde tarief. 

Het verschil tussen ons huidige tarief en het door het Rijk gebruikte tarief is op dit moment 73%. Uitgaande van een gemiddelde indexatie van 2,6% tot en met 2029 is een tariefcorrectie met circa 81% benodigd. In vier gelijke stappen van € 300.000 wordt hiernaartoe gegroeid. Het is niet mogelijk om hier nu een exact tarief aan te koppelen gezien de impact van de toekomstige WOZ waardeontwikkeling.  Dit tarief wordt per jaareinde berekend bij vaststelling van de belastingverordening 2026.

Deze pagina is gebouwd op 10/07/2025 16:43:01 met de export van 10/07/2025 16:33:00